Berichten

Ook in Udenhout was het twee minuten stil

Ondanks de regen was een grote groep mensen uit Udenhout en Biezenmortel op 4 mei om 19.00 uur samen gekomen op het kerkhof in Udenhout om de slachtoffers van de tweede wereldoorlog in de beide dorpen te herdenken. De namen van al deze slachtoffers, die stierven voor onze vrijheid, werden genoemd, opdat ze niet vergeten zullen worden.

Wilma de Jong, voorzitter van de Dorpsraad in Udenhout benadrukte dat we de herinnering aan hen levend moeten houden en door moeten geven, zodat alle huidige en toekomstige generaties de zwaar bevochten vrijheid zullen blijven koesteren. Herinneringen gaan zo’n drie generaties mee en verzwakken dan. De herinnering aan de oorlog en bevrijding zit of komt nu in deze fase. Daarom is het belangrijk om de jeugd te betrekken bij het verleden. Opvoeding en onderwijs kan daar een goede rol in spelen.

Voorbeeldgedrag van ons allemaal vormt volgens Wilma de Jong de basis voor respect en waardering voor elkaar, ondanks verschillen in achtergrond, cultuur, religie. Elkaar aanspreken, niet wegkijken zorgt voor een klimaat van respect en vrijheid. “Vrijheid, die hopelijk nog lang zal voortduren en waar we in onze eigen omgeving aan kunnen en moeten bijdragen”.


Tekst: Nelleker Sträter, de Wegwijzer

Foto: Pieter Michielsen, de Wegwijzer

Drie Britse soldaten krijgen een gezicht

Op 4 mei hangen we onze driekleur half stok en herdenken we alle militairen en burgers, die gestorven zijn tijdens de diverse oorlogen in binnen- en buitenland. In Udenhout gebeurt dat met een korte ceremonie op het kerkhof, in een samenwerking van Udenhouts Belang, Erfgoedcentrum ’t Schoor, de Dorpsraad en de Gilden. Kinderen van Kindcentrum de Mortel leggen bloemen op de drie graven van Britse soldaten, die eind oktober 1944 gesneuveld zijn voor onze bevrijding. Frank de Hommel vroeg zich af wie deze drie Britse jongemannen waren, ging op onderzoek uit en gaf hen een gezicht in het boekje “Drie Britse soldaten”, oktober 2021.

Reginald Frederick Blackmore werd geboren op 15 juli 1918 in een voorstad van Southampton. De zus van Reginald schreef op hoge leeftijd enkele jeugdherinneringen op. Daarom weten we dat Reginald als derde van vijf kinderen opgroeide in een arm gezin. De vader van Reginald was o.a. kleermaker en van hem leerde Reginald het vak. Vader ging jammer genoeg vaak op stap en uiteindelijk scheidden vader en moeder. Reginald ging in 1939 in militaire dienst bij The 11th Hussars, gelegerd in Egypte. Hij vocht in Noord Afrika en Italië tegen de Italianen en de Duitsers, en raakte 3 keer gewond.
Uiteindelijk voer hij per schip terug naar Engeland, waar de voorbereiding voor de Invasie in Normandië op D- Day in volle gang was. Reginald meldde zich als vrijwilliger aan. Via Frankrijk en België kwam hij in Nederland terecht, waar het leger stuitte op een sterke Duitse linie in Loon op Zand. In officiële papieren staat dat Reginald geraakt werd door een verdwaalde granaat en op 28 oktober 1944 in Udenhout overleed N.a.v. zijn overlijden verscheen een artikel over hem in de plaatselijke krant in Southampton.

William Joseph Curtis werd geboren op 3 november 1924 in Wednesbury, ten noorden van Birmingham, als derde van acht kinderen. Vader was metaalarbeider en ook William werkte in deze sector. Op 4 maart 1943 trad hij als rekruut in dienst van het General Service Corps en op 14 april 1943 werd hij overgeplaatst naar het South Staffordshire Regiment. Na de landing in Normandië leed het regiment enorme verliezen en werd opgeheven. William werd op 28 augustus overgeplaatst naar het Queens Royal Regiment. Mogelijk werd hij bij een mortieraanval gewond en stierf op 28 oktober in Udenhout. Op zijn grafsteen staat dat hij 18 jaar oud was, hij was echter op dat moment 19 jaar oud. Zijn dood (Died of Wounds) werd vermeld op 25 november in de Midland Chronicle Wednesbury Herald . Zijn naam staat op het War Memorial in de stad. Broer James en zijn vrouw bezochten na de oorlog zijn graf.

Moelwyn Howel Jones, geboren 26 oktober 1944 in Abercynon in Wales, was enig kind. Vader was mijnwerker en moeder lerares. Moelwyn was een voortreffelijk rugby speler. Hij ging in 1939 in dienst bij de Londense politie, daar maakte hij de Blitzkrieg mee (massale luchtaanvallen op o.a. Londen). Hij was verloofd voor hij op 5 februari 1942 in militaire dienst ging bij The Royal Armoured Corps. Tijdens de voorbereidingen van de invasie in 1944 overleed zijn vader bij een mijnramp. Bij de invasie leed zijn regiment grote verliezen en ging Moelwyn over naar het Royal Tank Regiment. Hij overleed op 26 oktober 1944 (Killed in Action) in Udenhout. In The Aberdare Leader verschenen artikelen over zijn dood en zijn naam staat op het gedenkteken in Abercynon en Romford (Londen). Na de oorlog hebben zijn moeder en zijn verloofde zijn graf bezocht. Zijn moeder is het verlies van haar echtgenoot en enig kind nooit goed te boven gekomen.

De drie militairen hebben de bevrijding van Udenhout met hun dood moeten bekopen. Hun graven zijn in 1950 voorzien van de grafzerken, zoals ze op het ogenblik nog aanwezig zijn, conform tekeningen gemaakt door het Imperial War Graves Commission. Ieder jaar op 4 mei leggen leerlingen van Kind Centrum de Mortel bloemen op hun graven. Op de houten plaquette in het Maria kapelletje aan de Schoorstraat staan hun namen genoemd, samen met andere gevallenen. Opdat zij niet vergeten worden.

Tekst: Nelleke Sträter, de Wegwijzer
Foto’s: Henny Schilders, de Wegwijzer

NB: het boekje “Drie Britse soldaten” van Frank de Hommel is uitverkocht.

4 Mei herdenking in Udenhout

Op een zeer onstuimige lentedag zijn op 4 mei in het hele land de slachtoffers van de tweede wereldoorlog herdacht. Ook in Udenhout werd stil gestaan bij de oorlogsslachtoffers in Udenhout en Biezenmortel, vanwege de Coronamaatregelen in zeer kleine kring.
In een waterig avond zonnetje werden op het Udenhoutse kerkhof door Cees de Graaf, voorzitter van de Dorpsraad, de overleden dorpsgenoten en geallieerden gememoreerd, die gestorven zijn voor onze vrijheid.
In een korte overpeinzing maakte Hein Abbing, voorzitter van Contact 50, de noodzaak om te blijven herdenken duidelijk. “Je bent pas echt dood wanneer er niet meer aan je gedacht wordt”.
Beide sprekers gaven aan dat we door de coronabeperkingen iets ervaren hebben van onvrijheid, maar dat niets te vergelijken is met de ontberingen en onvrijheden van een oorlog. Door de velen die tijdens de oorlog het leven lieten, hebben wij de vrijheid herkregen, die we nu kennen.
Vervolgens werden de namen van de oorlogsslachtoffers voorgelezen door Frank van Hoogdalem van Stichting Udenhouts Belang.
Lia Clement van Erfgoedcentrum ’t Schoor las een gedicht voor van de 15 jarige Femke, die in haar gedicht wil benadrukken dat wij keuzevrijheid hebben in ons land en dus ook de keuzevrijheid om ieder jaar te gedenken.
Door de sprekers werden bloemstukken gelegd op de drie graven van Britse soldaten op ons kerkhof. Buiten Coronatijd is deze bloemenhulde een rol die leerlingen van basisschool de Mortel graag op zich nemen. Dit jaar moest die rol zich helaas beperken tot een bloemendonatie.
Ter afsluiting werd een minuut stilte in acht genomen. De aanwezigen spraken de hoop uit dat bij de 4 mei herdenking van volgend jaar weer vele dorpsgenoten aanwezig mogen zijn, dit om de herinnering levend te houden.

 

Tekst: Nelleke Sträter, correspondent
Foto’s: Pieter Michielsen