Kees v.d. Bersselaar heeft nog steeds vragen
De oorlog is al 80 jaar voorbij; Kees heeft er veel over gelezen en geschreven, o.a. over de bevrijding van Udenhout en Biezenmortel. En toch resteren nog vraagtekens. Zo weet hij niet hoe de marsroute van de geallieerde troepen toen precies was. Hij vermoedt, dat de troepen die Udenhout na de bevrijding van Biezenmortel naderden, zich hebben gesplitst. Een deel ging vermoedelijk richting de duinen, waarheen een aantal Duitsers was gevlucht. Een ander deel kwam Udenhout binnen via de Groenstraat (“den Del”).
Kees weet nog dat er een Duits mitrailleursnest was, dat zich bevond op ongeveer de plaats waar nu de Eikenlaan ligt.
Eerder op de dag dat Udenhout zou worden bevrijd, zag Kees een groep Duitse militairen vluchten via de westelijke spoorsloot richting Berkel-Enschot.
Het is denkbaar dat een aantal geallieerde tanks na de Groenstraat een omtrekkende beweging heeft gemaakt. Wellicht om de door de spoorsloot vluchtende Duitse soldaten de pas af te snijden. Of om het mitrailleursnest onschadelijk te maken. Het zou in elk geval verklaren, dat de familie v.d. Ven de geallieerde tanks vanaf het zuiden zag naderen (zie een vorig artikel).
Op het moment van de bevrijding zelf, zat de toen 10 jarige Kees v.d. Bersselaar met zijn familie en buren in de schuilkelder (totaal ongeveer 20 personen). Daar bleven ze de hele middag tot het nagenoeg donker was. Veel schuilkelders, die achter de huizen waren gegraven, waren met elkaar verbonden. “Aan onze kant van de Kreitenmolenstraat”, aldus Kees, “had je naast elkaar de huizen van de families Scheffers en v.d. Steen. Daarnaast woonden wij (Toon v.d.Bersselaar) en vervolgens kwamen Dekkers-Schuurmans en Snoeren-Dekkers. Onze kelder was in elk geval verbonden met die van de familie Dekkers-Schuurmans, maar ik vermoed dat er nog wel meer doorgangen waren. Vaak waren buren ook familie en hadden ze gezamenlijke schuilmogelijkheden. Dat was bijvoorbeeld het geval met onze buren links. En dan had je bij Snoeren-Dekkers ook nog huisarts Goossens, die zich daar in ‘42/’43 gevestigd had met een eigen praktijk”.
Vóór deze praktijk èn voor het huis van Jan Scheffers zag Kees ook witte vlaggen, toen hij ‘s avonds naar buiten durfde te kijken. Bovendien zag hij ook een Britse militair, die met zijn revolver zat te spelen. En hij zag schuin aan de overkant (tegenover waar nu de Sportlaan begint) ook de boerderij van Marinuske Mathijssen in brand staan. “Het was een zeer heftige tijd”, zegt Kees, “we hebben vaak, meestal in de schuilkelder, volop gebeden voor ons lijfsbehoud”.
De overbuurman van Kees, Kiske Lommers, heeft misschien ook volop gebeden. Maar dat zou hij dan toch op een heel bijzondere plaats hebben gedaan. Er wordt verteld dat Kiske de bevrijding van Udenhout volledig “live” heeft gevolgd, terwijl hij boven op een regenput stond…!
De heer v.d. Bersselaar memoreert tenslotte laconiek dat ook hij een unieke oorlogsgeschiedenis heeft. “Ik ben het laatste Udenhoutse oorlogsslachtoffer”, zegt hij. “Maanden na de bevrijding van Udenhout, in februari ‘45, speelde ik nietsvermoedend met munitie. Die is geëxplodeerd. Ik ben toen 8 weken in het ziekenhuis opgenomen geweest. Weer jaren later, in 1950, bleek dat mijn rechteroog niet te redden was. Het is toen operatief verwijderd”.
Tekst: Jan de Kort
Portretfoto: Henny Schilders
Oude foto’s: Kees v.d. Bersselaar