Toen Wim zes jaar werd, kreeg zijn vader zes kogels
Wim Weijtmans werd op de dag, dat Nederland bevrijd werd, zes jaar. Hij woonde toen, met zijn ouders, broers en zussen, op het adres Berkelseweg 5 te Udenhout. Maar de dag van de bevrijding was voor de familie Weijtmans zeker niet alleen maar een feestdag.
Het begon ermee dat de leden van de Udenhoutse brandweer werden gealarmeerd, omdat een aantal huizen in brand was geschoten. O.a. betrof dit de boerderijen van Swaans en Martens, allebei in de buurt van ‘t Gommelen.
De vader van Wim, Kees, haastte zich naar de brandweerkazerne (naast het huidige raadhuis). Hij deed dat te voet, zoals de meeste brandweerlieden. De Duitsers hadden immers heel veel fietsen gestolen. Gelukkig gold dat niet voor de brandweerwagen, hoewel de bezetters die ook wilden vorderen.
Toen Kees bij de hertenwei aankwam (het huidige Tongerlooplein), trof hij daar een groep Duitse soldaten. Ze waren op de vlucht voor de naderende Geallieerden en kennelijk in paniek. Dat zal Kees ook wel beangstigd hebben. In elk geval; hij probeerde zich te verbergen achter een boom. Hierna werd hij beschoten met een automatisch wapen. Liefst 30 kogels kwamen terecht in de boom, maar het noodlot trof helaas ook Kees. Zes kogels doorzeefden zijn been tussen knie en lies.
De Duitsers vluchtten verder en lieten Kees liggen. Creperend van de pijn en hevig bloedend kroop deze vervolgens naar het huis van Hogendoorn (de vader van Christ), omdat hij wist dat Hogendoorn EHBO’er was. Daar heeft Kees provisorisch eerste hulp gekregen, waarna hij op de bakfiets van Piet Haen, naar dokter Gosens werd gebracht. De dokter heeft Kees zo goed mogelijk behandeld. Hij hoefde geen kogels meer te verwijderen, want ze waren alle zes dwars door het been gegaan. Het bleek al snel dat Kees zijn beroep van boomrooier niet meer goed kon uitoefenen. Hij kon niet meer met klimsporen in een boom klimmen.
Gelukkig kreeg Kees van de brandweerverzekering (hij was immers ook brandweerman) een uitkering, maar dat heeft niet lang geduurd. Een klein jaar na de bevrijding was er brand bij de Udenhoutse steenfabriek St. Joseph. Kees klom op het dak van de fabriek. Hij verwijderde de nokpannen en spoot het bluswater tussen het dakbeschot en de pannen. Mede daardoor viel de schade wel mee. De krant had foto’s genomen van de brand. Die werden ook gepubliceerd. Duidelijk was daarop te zien dat Kees Weijtmans boven op het dak van de brandende fabriek stond.
En die foto zag men ook bij de verzekering van de brandweer. “Jij kunt dus wel klimmen,” was de conclusie en het was afgelopen met de uitkering.
De kleine Wim Weijters weet nog, dat hij de Duitsers zag vertrekken via de Slimstraat. Dat maakte op hem extra indruk omdat ze zijn oudste zus Anna meenamen, alsmede buurjongen Hannes Mol. Anna en Hannes moesten de vluchtende soldaten de weg wijzen naar veiliger gebied. Ter hoogte van ‘De Hemeltjes’ werden de twee weer vrij gelaten. Vrij snel hierna zag Wim de Engelsen Udenhout binnen komen via de Berkhoek en de Berkelseweg. Hij weet nog dat ze o.a. witte mik uitdeelden. “Nog nooit zoiets gezien,” zegt Wim.
Hij heeft nog meer bijzondere herinneringen. Zo vertelt hij dat ze thuis een grote notenboom hadden. “Eén forse tak hing over de straat. Daar hebben zowel de Duitsers als later de Engelsen gebruik van gemaakt om de koepel van hun tanks te kunnen lichten.”
Wim vertelt ook nog het verhaal van de beschieting door de Geallieerden van een Duitse munitietrein. De rails van het spoor werden zelfs doorboord. De brand die toen ontstond, werd bestreden door de Udenhoutse brandweer, waarbij brandweerman Dekkers is omgekomen. Wim weet niet meer of dit het gevolg was van een ongeluk òf van oorlogsgeweld.
“Mijn vader heeft ook in het verzet gezeten,” vertelt Wim nog, min of meer tussen neus en lippen. “Daarvoor heeft hij ook een getuigschrift ontvangen. Wij als kinderen wisten niet dat hij ondergronds actief was, maar onze moeder heeft dat natuurlijk wel geweten.”
Wim woont thans in de Kreitenmolenstraat, vlakbij de boomrooierij die hij mede groot heeft gemaakt en die nu wordt voortgezet door zijn zoon Kees. En jawel; Kees is genoemd naar opa Kees.
Tekst: Jan de Kort
Foto’s: Fam. Weijtmans en Pieter Michielsen, De Wegwijzer/Udenhout-Centraal.nl