Mien en Toon van Oene herinneren zich de bevrijding nog goed
Mien (89) en haar broer Toon (88) woonden 80 jaar geleden in de Groenstraat. Hoewel Mien toen 9 was, kan vooral haar jongere broer Toon (toen 8) zich de dag van de bevrijding nog het best voor de geest halen.
Als Mien het heeft over de bezetting en de bevrijding, overheerst vooral het woord “Voorzichtig”. “Onze ouders”, zegt ze, “wilden niet dat er iets naars zou gebeuren. Daarom kregen we ook niet veel te horen. Ze waren ook bang dat we bijvoorbeeld iets verkeerds zouden zeggen op de verkeerde plaats, zoals het woord “mof”. Ik heb dus ook niet zo veel gezien, want pa en ma hielden ons het liefst binnen of bij gevaar in de schuilkelder”. Mien weet nog wel dat de Canadezen Udenhout binnen trokken. “Ze zochten achter ons huis naar Duitsers”, herinnert ze zich ook. “Een aantal Canadezen heeft toen een paar nachten bij ons in de voorkamer geslapen”.
Kennelijk was broertje Toon voor de duvel nog niet bang. Als hij maar enigszins kon, was hij op straat te vinden. Of zijn ouders dat nu wel of niet wilden. Zo zag Toon dat er in de Groenstraat meerdere schuttersputjes waren. Dat de Geallieerden op komst waren, wisten wij van de Udenhoutse politieman Roymans, die achter de huizen liep om zijn dorpsgenoten voor te bereiden op de bevrijding. Achter die huizen lagen ook talloze schuilkelders. “Alleen al bij ons in de straat, waren dat er tientallen”, weet Toon nog. “Ik zag de Duitsers vertrekken”, zegt hij. “Het was een behoorlijk ordeloze troep. Ze roofden nog wat ze konden. Bij Willeke Martens namen ze een varken mee en elders hadden ze een paard gevorderd. Dat dier wilden ze boven op een kar vervoeren. Ze hebben toen bij Driek van Wijk de voordeur geforceerd en die deur vervolgens als opstap voor het paard gebruikt. In de Groenstraat werden ook nog drie boerderijen in brand gestoken, o.a. bij Janus de Bont en bij Simons”.
Toon weet niet meer precies hoe lang het geduurd heeft voordat de bevrijders kwamen, toen de Duitsers het hazenpad hadden gekozen. Hij vermoedt dat tussen die twee gebeurtenissen een paar uur heeft gezeten. Toon zag de Canadezen komen (volgens hem waren er ook Engelsen bij). Met vrachtwagens, jeeps; te voet in groepjes en zelfs met paard en wagen. Ze deelden sigaretten, pelpinda’s en chocolade uit. “In Udenhout hadden we zoiets nog nooit geproefd of gezien”, aldus Toon. “In ons dorp is het toen gelukkig niet meer tot een treffen gekomen tussen de bevrijders en de Duitsers. Wèl is er nog hevig gevochten in en rond de Duinen, maar daar heb ik toen niets van meegekregen”.
Toon weet nog wel dat iedereen op die dag zielsgelukkig was. “Er werd overal en door iedereen feest gevierd”. Hij weet ook nog dat de militairen, die bij de “van Oene’s” waren ingekwartierd, na een paar dagen weer zijn vertrokken. “Ze lieten een trommeltje achter met koekjes en een briefje”, herinnert hij zich nog. Wat er op het briefje heeft gestaan, weet Toon helaas niet. Hij herinnert zich nog wel de namen van deze bevrijders: Paul, Tonny en Robert.
Tekst: Jan de Kort; De Wegwijzer
Foto’s: Henny Schilders (Wegwijzer), Fam. van Oene
en Erfgoedcentrum ’t Schoor