De bijen “Bij het spoor” van Henk Bertens
Aan de Stationstraat 27 staat een zelfbedieningswinkeltje. Het heet “Bij het spoor” en je kunt er honing kopen. Tenminste, als de eigenaar van het winkeltje, Henk Bertens, voorraad heeft. Henk is imker. Hij en zijn vrouw Marianne praten enthousiast over deze hobby.
Henk vertelt dat hij heel veel geleerd heeft van dorpsgenoot Mari van Iersel. Hij beschouwt Mari dan ook als een soort professor in de bijenkunde.
Intussen is de heer Bertens zelf gastheer van 10 bijen-volken. Een bijenvolk telt 30 à 40.000 diertjes. Elk bijenvolk verblijft in een kast. Die staan achter het huis van de familie Bertens opgesteld in een soort bijenhotel. Een aantal van de kasten heeft Henk zelf gemaakt.
Henk vertelt beeldend over zijn hobby. Als een bij geboren wordt, moet het beestje eerst corveedienst doen. D.w.z. dat ze de cellen in de raten moet poetsen. Vervolgens mag ze meehelpen bij de ratenbouw en moet ze de larven voorzien van voedsel. Pas als ze zo’n drie weken oud is, mag een bij uitvliegen om voedsel te verzamelen (nectar en stuifmeel voor de larven). Dan moet het weer wel zonnig zijn. De “haalbijen” zoeken het voedsel niet zomaar in het wilde weg. Ze weten al waar ze dit kunnen vinden via “verkenners”. Als deze diertjes een goed voedselgebied hebben gevonden, keren ze terug naar de kast en melden dit gebied aan de haalbijen via een soort van rituele dans op de raat.
Udenhout is vanuit het perspectief van een bij, een interessant gebied, aldus Henk. Er staan bijvoorbeeld veel lindebomen. Als die bloeien vliegen de bijen daar naartoe. Andere voedselbronnen, zoals bramen en bloemen, worden dan even niet bezocht. De bijen halen hun voedsel op plaatsen die soms wel drie kilometer van de kast verwijderd zijn. Ze vliegen de hele dag op en neer en kunnen een bagage torsen (stuifmeel en honing) van hun eigen gewicht. Daarbij kunnen ze ook nog tot 40 km. per uur vliegen. Daar raak je uitgeput van. En dat is precies wat er met de bijtjes gebeurt. In de zomer is het na zes weken met ze gedaan. In de winter leven de diertjes “in spaarstand” en houden ze het wel een half jaar vol. Ze leven dan in een tros en houden deze op 15 graden. Buiten de tros kan het wel vriezen, maar met name de koningin merkt daar niets van. Ze leeft lekker warm in de tros en laat zich voeden. Ná de kortste dag begint de queen met het produceren van eitjes. Ze legt in één jaar zo’n 150.000 eitjes. Een koningin wordt meestal door de bijen zelf of door de imker na een of twee jaar vervangen. De grande dame van het bijenvolk komt in principe nooit buiten haar kast, maar….. éénmaal in haar leven komt ze in de open lucht en wordt ze bevrucht. Dat gebeurt tijdens de zogenaamde “bruidsvlucht”. Feitelijk is dat een soort groepssex, waar zo’n 10 à 15 mannetjesbijen (darren) aan mee doen.
Deze en nog veel meer andere fascinerende verhalen uit het bijenrijk, kreeg ik op een boeiende wijze te horen uit de mond van Henk Bertens. Als u ook geïnteresseerd bent in deze machtig mooie wereld, moet u echt eens contact met Henk op nemen.
Tekst: Jan de Kort; De Wegwijzer
Foto’s: Henny Schilders; De Wegwijzer