Koninklijke onderscheiding voor Kees van Kempen

De heer Kees van Kempen heeft op zaterdag 2 juli een Koninklijke onderscheiding ontvangen. Hij werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De heer Van Kempen kreeg deze onderscheiding vanwege zijn jarenlange inzet voor het behoud van het cultureel erfgoed van Udenhout-Biezenmortel. De onderscheiding werd uitgereikt tijdens een bijeenkomst ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van het Schrijversteam van Erfgoedcentrum ’t Schoor Udenhout-Biezenmortel, waar Kees ook al 30 jaar de voorzitter is.

Kees van Kempen is één van de grootste kenners van het cultureel erfgoed van Udenhout en Biezenmortel. Zijn onderzoek bij archieven en musea in de regio, zijn samenwerking met heemkundekringen, lokale overheden en cultuurhistorische instellingen en zijn vele publicaties maken dat hij een zeer waardevolle bijdrage levert aan de cultuurhistorie van Udenhout en Biezenmortel.

Sinds 30 jaar is hij verbonden aan Erfgoedcentrum ’t Schoor. Hij zet zich hier actief in voor de instandhouding van het erfgoed van Udenhout en Biezenmortel. Het centrum heeft een grote
erfgoedcollectie ondergebracht in een monumentaal pand in Udenhout, waar wekelijks een expositie is en rondleidingen worden gegeven. Sinds 2019 is Kees ook voorzitter van het  erfgoedcentrum. Kees is met het Schrijversteam van dit erfgoedcentrum medeverantwoordelijk voor de 70 publicaties tot nu toe. Kees is daarnaast de oprichter en drijvende kracht achter de database WIKI Udenhout en werkt daarvoor nauw samen met het Regionaal Archief Tilburg. Ook op educatief gebied zet hij zich in en is hij bijvoorbeeld de initiatiefnemer van een cursus over de geschiedenis van Udenhout en Biezenmortel.
Sinds 2018 is hij secretaris bij de Stichting Brabants Heem. Deze stichting overkoepelt momenteel 123 Brabantse heemkundekringen met meer dan 33.000 leden. Daarnaast neemt hij zitting in de Werkgroep Open Monumentendag van de gemeente Tilburg. Hij is tevens beheerder van het archief van Kasteel de Strijdhoef in Udenhout, mede-auteur van twee boeken over het kasteel en werkt samen met het Nederlands Instituut voor Militaire Historie van het Ministerie van Defensie. Ook is hij al sinds 1976 betrokken bij Parochie Johannes XXIII in Udenhout als vrijwilliger en geschiedschrijver. In 2017 ontving de Kees van  Kempen de Gouden Speld van de gemeente Tilburg tijdens zijn 25-jarig jubileum als voorzitter van het Schrijversteam.

Twee stoere Udenhoutse vrouwen doen mee aan gekke, avontuurlijke roadtrip

Astrid Vromans (48) en Marie-Charlotte Russ (54) zijn afgelopen zondag welgemoed uit Udenhout vertrokken voor deelname aan de zomer editie van de Carbage Run. Een tocht van 5 dagen van de Harz in Duitsland, via Polen, Tsjechië, Slowakije tot in Hongarije, over 2000 kilometer in een auto, die niet meer dan 500 euro gekost mag hebben. Onderweg moeten gekke, humoristische opdrachten uitgevoerd worden. Geslapen wordt in pop up tentjes op geïmproviseerde campings. De Run is geen wedstrijd, het idee erachter is “samen uit, samen thuis”. Onderweg helpen de deelnemers elkaar zo veel mogelijk, om gezamenlijk de eindstreep te halen. Bij deze Run doen 500 auto’s mee, met in totaal maar liefst 1400 deelnemers uit allerlei landen. Een te gekke happening!

Astrid en Marie-Charlotte zijn goede vriendinnen, die elkaar leerden kennen bij het voetballen van hun zonen. Ze kwamen op het idee om mee te doen aan de Run door de deelname van Ramon, man van Astrid, aan de Winterrun (naar de Poolcirkel) afgelopen februari. Een 24 jaar oude Volkswagen Golf werd aangekocht en prachtig beschilderd tot een “Go Go Girls bolide”, compleet met wimpers boven de koplampen. Bij dit creatieve klusje vulden Astrid en Marie-Charlotte elkaar geweldig aan en werd het enthousiasme tot deelname nog groter.

Dat enthousiasme wordt gedeeld door familie en vrienden. Toen de dochter van Marie-Charlotte aan haar oma vertelde dat mama mee ging doen aan de Carbage Run, reageerde oma: “je moeder heeft wel vaker gekke dingen gedaan”. Op mijn vraag of er ook negatieve reacties geweest zijn op hun deelname aan de tocht (belasting van het milieu) vertellen Marie-Charlotte en Astrid dat een enkeling daar een opmerking over gemaakt heeft . “Maar dan moet er ook niet meer gevlogen worden”. De man van Astrid heeft Astrid voor vertrek nog even snel geleerd hoe je een autoband moet verwisselen, olie moet peilen, ruitenwisservloeistof moet bijvullen etc. Astrid en Marie-Charlotte weten inmiddels ook dat de benzinemeter van de auto het niet meer doet.  Er moet dus op tijd getankt worden. Voor de zekerheid gaat een jerrycan met benzine mee. Ook hebben ze bij een proefritje ontdekt dat ze de autosleutel niet in het contact moeten laten zitten, want dan loopt de accu leeg. Een hele geruststelling is dat alle deelnemers aan de Run een ”bakkie” aan boord hebben waarmee ze in geval van nood contact kunnen onderhouden met andere deelnemers en de
organisatie. Het meest stoere van de Run is volgens Marie-Charlotte dan ook niet de autotocht zelf, maar het kamperen op de primitieve campings. De stijltang kan thuisblijven.

Marie-Charlotte en Astrid zijn in ieder geval van plan om van elke dag van hun tocht een beleving te maken.

Tekst: Nelleke Sträter, de Wegwijzer.
Foto: Karin Kamp

Steenuilenwerkgroep in o.a. Udenhout en Biezenmortel

Henk Ypelaar en Carel Govaarts, waarmee ik een interview heb, zijn twee buurmannen die samen de werkgroep steenuilen Loon op Zand/Noord-West Udenhout vormen. Hun werkgroep is een onderdeel van Vogelwerkgroep Midden-Brabant. Die richt zich op de bescherming van alle in het wild levende vogels en de daarvoor benodigde versterking van de natuur en het landschap. Henk en Carel hebben zich gespecialiseerd in steenuilen, net zoals vele andere vrijwilligers die de werkgroep steenuilen vormen voor het andere deel van Udenhout en Biezenmortel.
Steenuilen zijn de kleinste van de zes in Nederland broedende uilensoorten. Ze zijn ongeveer 21-23 centimeter en heel opvallend zijn de grote gele ogen. Steenuilen zijn vleeseters. Ze vangen vooral muizen, jonge vogels, meikevers, grote insecten en regenwormen en dat binnen een straat van 200 meter van hun nest. Omdat de biodiversiteit de laatste jaren is afgenomen en
omdat boerenerven minder natuurlijke nestplaatsen hebben zoals vervallen schuurtjes, hoogstam fruitbomen enzovoort, is actieve bescherming nodig. Daar zijn Henk en Carel mee bezig. Zij zijn grote natuurliefhebbers en besteden er veel tijd en aandacht aan. Daarbij hebben zij oog voor wat steenuilen nodig hebben en waar goede omstandigheden zijn om een nestkast bewoond te krijgen. Als eerste kijken ze dan naar de omgeving. Is er een omgeving met voldoende prooi voor de steenuilen? Dat betekent dat er kruiden en florarijk grasland moet zijn met houtwallen in de buurt zodat het zeker is dat er ook muizen en insecten zullen zijn. Als dat er goed uitziet gaan ze ook ’s avonds nog op pad om aan de hand van alle geluiden in te schatten of er genoeg prooi
zal zijn want: “geen prooi, geen steenuilen”. Als dat alles aanwezig is kan er een nestkast worden opgehangen. Henk en Carel springen over sloten en klimmen met een ladder de boom in om een nest op te hangen. Zij beheren 28 nestkasten, waarvan er 5 in Udenhout hangen. De vrijwilligers van de werkgroep Biezenmortel en het andere deel van Udenhout beheren ook 28 nestkasten. In het voorjaar komen ze kijken of er in de kast een koppeltje met jongen is. Gegevens daarover geven ze door aan een nationale databank. Steenuilen  zijn heel trouw aan hun broedplaats en komen dan ook meestal terug. Het vrouwtje broedt 2-5 eieren uit in vier weken, terwijl het mannetje zorgt voor voedsel. De jongen verlaten na vier weken het nest en worden dan nog ongeveer
5 weken gevoed door de ouders, maar moeten dan op zoek naar een eigen plek. Die zoeken ze binnen een straal van 1 à 2 kilometer.
Op de foto’s zijn twee van de vier jongen te zien die in een Udenhoutse kast werden aangetroffen. In het najaar gaan de mannen opnieuw alle kasten langs om ze te inspecteren en schoon te maken zodat alles weer in orde is om het voorjaar erop, opnieuw een nestje jonge steenuilen in de kast te krijgen. Mede door hun werk neemt het aantal steenuilen in ons dorp weer toe. Henk, Carel, en alle andere vrijwilligers, dank je wel!


Tekst: Wilma de Jong, de Wegwijzer
Foto’s: Henny Schilders, de Wegwijzer

Nieuw: afhaalrestaurant ’t Kaardebolleke

Zondagmiddag 26 juni is het een gezellig samenzijn van een aantal mensen die Noëlle Jansen heeft uitgenodigd om kennis te maken met haar nieuwe afhaalrestaurant ’t Kaardebolleke aan de Gijzelsestraat 10 in Biezenmortel. De keuken met een blauw fornuis, de kippengril en frisse witte en blauwe tegels is het centrale punt.
Wie al langer bekend is met deze omgeving, kent de kaardebol als schapenhouderij met workshops en verkoop van allerlei wolproducten, maar dat is al lang niet meer. Omdat de naamsbekendheid nog groot is, heeft Noëlle Jansen-Franke ervoor gekozen om kaardebol in haar nieuwe naam te verwerken.
Noëlle is kok en heeft veel ervaring opgedaan in Spanje, Den Haag en daarna in veel andere restaurants in verschillende gemeenten als freelancer. Wie geen tijd of zin heeft om te koken kan bij haar terecht om de hoofdmaaltijd af te halen. Als basis zal altijd gegrilde kip, porchetta (Italiaans gegrild buikspek) en falafel te bestellen zijn met een aantal bijgerechten zoals gegrilde groenten, aardappeltjes uit de oven, enzovoort. Maar wie alleen een gegrilde kip wil afhalen is ook welkom. Daarnaast wordt er een dagmenu aangeboden, dat per week wisselt. Op momenten dat het eigen scharrelvee geslacht wordt, zullen op beperkte schaal speciale gerechten worden aangeboden. Haar motto is: “vers bereid, heerlijk genieten”. Noelle wil zich graag richten op wat haar klanten willen en zal daarop haar assorti ment steeds aanpassen. Omdat zij het betaalbaar wil houden zijn haar hoofdgerechten vanaf 8 euro te koop. Vanaf 29 juni is ’t Kaardebolleke elke week van woensdag tot en met zaterdag van 16.00-20.00 open. Meer informatie en bestellen is mogelijk via de website: www.kaardebolleke.nl. Als u een smartphone heeft, hoeft u alleen maar de camera op de QR-code in de foto te richten en de website verschijnt op uw scherm.
De Wegwijzer wenst Noëlle veel succes met ’t Kaardebolleke.

Tekst: Wilma de Jong, de Wegwijzer
Foto’s: Henny Schilders, de Wegwijzer

Twee blikmikkers op bedrijventerrein

Op het bedrijventerrein te Udenhout is volop bedrijvigheid: Medewerkers; Bedrijfsrelaties; Aan- en afvoer van goederen. Bovendien is er ook veel doorgaand verkeer van auto’s, fietsers en voetgangers. De ondernemers van “Kreitenmolen Vitaal” zijn daar blij mee, maar er is ook een kleine keerzijde!
Op de meest gebruikte doorgaande route van het bedrijventerrein ligt steeds meer rommel: blikjes; lege flesjes; plastic; papier. Irritant voor passanten, maar zeker ook voor de ondernemers.
De vereniging “Kreitenmolen Vitaal” heeft al een aantal opruim-acties gehouden. En dat leverde steeds een hoop vuilniszakken vol rotzooi op. Dweilen met de kraan open?

Een paar jaar geleden werd al gedacht aan “vuilnishelden” of “blikmikkers”. En die zijn nu gerealiseerd! Ze zijn gefinancierd door “Kreitenmolen Vitaal” en geplaatst op de route met de meeste vervuiling: Spoorakkerweg en Transportweg.
Kennelijk zijn de nieuw geplaatste vuilnishelden al opgevallen. Vooral de tekst op de apparaten dat je drie punten kunt scoren, blijkt de mensen aan te spreken.
“Deze twee eerste blikmikkers zijn geplaatst in het kader van een pilot”, vertellen Eugenie van Roessel en Astrid Vromans mij. Zij zijn de actieve parkmanagers van “Kreitenmolen Vitaal”.
“Wekelijks gaan we bijhouden hoe de blikmikkers worden gebruikt en eind ‘22 wordt het project geëvalueerd. Daarna bekijken we hoe we verder moeten. Er kan dan gedacht worden aan eventuele herplaatsing van bestaande en aan plaatsing van nieuwe blikmikkers. Daarbij denken we niet alleen aan het bedrijventerrein. Wellicht is zo’n project ook elders in Udenhout uitvoerbaar. Met allerlei schouders er onder (van bijvoorbeeld gemeente; winkeliers; dorpsraad; Diamant-groep) komen we samen dan misschien wel tot iets heel moois”.
Een groot applaus voor de bevlogenheid van Eugenie en Astrid is nu al op zijn plaats. Wij wensen hen veel succes toe met dit mooie initiatief en hopen dat dit gaat leiden tot een bedrijventerrein, en misschien wel tot een dorp, zonder vervelend zwerfafval.

Tekst: Jan de Kort; De Wegwijzer
Foto: Henny Schilders; De Wegwijzer

Weer DRIE nationale titels voor G.V. DOS

Tijdens het NK individueel springen in Ahoy Rotterdam was onze vereniging met twaalf springers vertegenwoordigd. Vier van hen wisten medailles te winnen en drie van hen zelfs de nationale titel.
Na de kwalificatiewedstrijd in Drachten mocht er een delegatie van twaalf springers afreizen om tijdens de finales in Ahoy Rotterdam hun beste sprongen te laten zien. Opvallend is dat alleen de heren in de prijzen zijn gevallen.
Mika Vervoort won het goud op het onderdeel Pegasus en zilver op de Minitrampoline en Airtrack. Ontzettend knap. Ook omdat hij in het najaar van dit seizoen een periode uit de roulatie was vanwege een gecompliceerde elleboogbreuk.
De talentvolle Teun Vermeer sprong als enige gymnast op het hoogste niveau van Nederland op het onderdeel Minitrampoline. Met een indrukwekkende dubbele salto won de elfjarige Teun het goud. Bij de Airtrack kreeg hij het brons omgehangen.
Jesse van den Dries won de gouden plak op het onderdeel Pegasus met nagenoeg foutloze sprongen. Hij ging er met het brons vandoor op de Airtrack.
Marijn Linnemeijer wist een bronzen plak te bemachtigen op zowel Pegasus als Minitrampoline. Een kroon op zijn harde werken en doorzettingsvermogen in het gevecht tegen ‘the Twisties’, bij deze toestellen.
Ook alle andere DOS-sers hebben laten zien dat zij thuishoren in dit sterke deelnemersveld en mogen trots zijn op hun individuele prestaties. Zij stonden niet voor niets op het Nederlands Kampioenschap tussen alle andere toppers.
Twee weken geleden wist G.V. DOS al meerdere nationale titels te winnen tijdens het Groepsspringen waar zij in teams in actie kwamen. Een succesvol seizoen voor onze vereniging!
Wil je de spectaculaire sprongen eens live bekijken? Dat kan elke zaterdag tijdens een selectieles in de Schelf of tijdens de clubkampioenschappen op zaterdag 9 juli in de Roomley in Udenhout.

Kunst in Theetuin Brandshof

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Foto’s: Henny Schilders, de Wegwijzer

Voor de 17e keer avondvierdaagse in Udenhout

Nadat het twee jaar niet door is kunnen gaan door corona startte dinsdagavond 14 juni de avondvierdaagse voor de 17e keer bij het scouting gebouw in Udenhout. Als ik arriveer rond 17.45 is het een drukte van belang. Vrijwilligers melden zich om te horen welke taak zij die avond op zich moeten nemen. Deelnemers laten hun kaart voor die avond afstempelen. Wil Mathijssen is voorzitter en er al die keren bij geweest en is nu ook overal om alles in goede banen te leiden. Destijds is het getart met als doel kinderen op een plezierige manier te laten bewegen. En dat er veel mensen plezier in hebben is duidelijk. Er zijn 795 inschrijvingen en daarnaast lopen er nog zo’n 150 begeleiders, meestal ouders, zonder inschrijving mee. Om dit alles mogelijk te maken zijn er zo’n 50 vrijwilligers nodig.

Er zijn drie afstanden die men kan lopen: 3, 5 of 10 kilometer. En de routes zijn ieder jaar anders. De 10 kilometer wordt door ongeveer 100 man gelopen, de andere afstanden door ongeveer 400 man. Ik schrijf man, maar dat zijn natuurlijk: kinderen, vaders, moeders, opa’s en oma’s. Heel bijzonder dit jaar is dat er 25 à 30 bewoners vanuit de Eikelaar meedoen met de avondvierdaagse. Het merendeel neemt deel vanuit een rolstoel met begeleider. Zij hebben een apart rolstoelroute, die voor de gezelligheid en de sfeer gedeeltelijk hetzelfde is als de andere routes. Iedere avond start men vanuit het scoutinggebouw en drie van de vier avonden eindigt men daar ook. Op vrijdagavond, de laatste avond eindigt men bij het SSS-terrein en verzamelen alle deelnemers zich daar ook rond 19.45 om met elkaar in optocht naar het Tongerloplein te gaan, vooraf gegaan door een historische brandweerauto. Bij ’t Plein worden de deelnemers dan verwelkomd door een percussieband die na de huldiging van iedereen met uitreiking van een medaille, nog doorspeelt in de kiosk. Graag geef ik een sfeerbeeld van mensen die op een van de avonden aanwezig zijn.

Lotte, 5 jaar, loopt met haar zusje Sara en vriendinnetje Isa voor de eerste keer mee en loopt zelfs de 5 kilometer: Op de vraag waarom ze meeloopt en hoe het de eerste avond was gegaan vertelt ze: “omdat het gezond is en het was heel goed gegaan”. Haar vader vult aan dat hij het ook gezellig vindt en dat het ook een heel sociaal gebeuren is. Zes vriendinnen die samen op de Wichelroede hebben gezeten en nu op verschillende middelbare scholen zitten lopen de 10 kilometer mee: “om gezellig bij te kletsen”. Ik spreek Jan en Lilian de Beer, vrijwillige verkeersregelaars die al veel jaren meedoen. Lillian heeft alle edities meegemaakt. “De eerst jaren als moeder en daarna ben ik erin gerold als vrijwilliger’, Jan zeker al 15 jaar.
Voor Wil is het mooiste moment als iedere avond alle kinderen met blije snoetjes, glunderende gezichten binnenkomen, trots als ze zijn dat ze hun afstand hebben afgelegd.

Tekst: Wilma de Jong, de Wegwijzer
Foto’s: Pieter Michielsen, de Wegwijzer

 

Drie zilveren jubilarissen

Vrijdag 10 juni was het weer eens feest bij Jos van den Bersselaar Constructie BV. Het bedrijf heeft met grote regelmaat lange dienstverbanden te vieren en dat was deze wederom het geval.

Ronn van Slobbe, Ton van Wezel en Eus Elgin waren dit keer de feestelingen die alle drie 25 jaar geleden hun arbeidsovereenkomst tekenden.

Ronn (54) uit Udenhout is constructeur en verantwoordelijk voor alle statische berekeningen die gemaakt moeten worden voor de producten die Van den Bersselaar levert.
Ton (50) uit Kaatsheuvel is Tekla-engineer en hij verzorgt 3D tekenwerk op basis waarvan mensen in de productie hun werk kunnen doen en de klant zijn goedkeuring kan geven over hoe en wat er gemaakt gaat worden.
En tot slot Eus (55) uit Tilburg. Hij is een van de meest ervaren lassers die Van den Bersselaar in dienst heeft en beheerst de fijnste kneepjes van het vak.
De heren werden toegesproken door Tonpraoter Frans Bevers uit Oirschot die als lasser op het podium verscheen, waarna Niels van Kollenburg de microfoon kreeg en de feesttent op stelten zette.